In
Campo Cobertizo trekken de leerlingen op pad, leren ze enkele opmerkelijke
personages kennen en wordt de geschiedenis uit de tijd van het Beleg van
Oostende uit de doeken gedaan. De
kinderen worden zelf kamplieden en ontdekken hoe het leven in en rond het kamp
is.
We werden in het kamp, Campo Cobertizo, in Duin en Zee verwelkomd
en ontvangen door
kampleider De Aragón. We kregen een kazuifel waardoor de groep duidelijk
herkenbaar was. Onder tromgeroffel beklom Ambrogio Spinola het podium en
sprak de troepen toe. We beleefden
vooral het kampleven.
1)
Garnizoensloop: Als jonge piekeniers moesten we ons
opstellen in een gedisciplineerde rij, elk met een lans met stompe punt.
De verschillende bewegingen worden ingeoefend en er volgt
een kleine dril.
Schouder, piek en marshouding.
De verdedigingspositie
De aanvalspositie
Cartograaf: Onder leiding van de cartograaf wordt zowat onze volledige streek ingekleurd.
We mengen de verf en kleuren de kaarten in. Blauw zijn waterwegen, bruin voor de andere wegen.
Vooraleer het kanon ontstond werden katapulten gebruikt om elkaar te
bekogelen. Maar, katapulten waren beperkter: zwaardere voorwerpen konden ze
niet in de lucht gooien. Met kanonnen kan dit wel.
Met buskruit wordt het kanon gevuld.
Even de oren dichtstoppen.
Daar klinkt een eerste luide knal. Het kanonschot wordt afgevuurd.
En als laatste veldwerk leerden we ook katapultschieten. We verdeelden ons over de 3 katapults.
Concentratie en schieten maar!
Op het einde kregen we een lekkere kom warme maar gepeperde soep.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten