donderdag 28 maart 2013

Bezoek aan Gent, stad van Keizer Karel.

Vandaag ging de hele lagere school op uitstap naar Gent. We vertrokken te voet naar het station te Oostende. Daar wachtte Mieke, de vrouw van meester Paul, ons op. Zij had reeds de treintickets gekocht. Voor enkele jongens was het de eerste keer dat ze op een trein zaten. Aangekomen in het Sint-Pietersstation, stapten we goed door want om 10 u. werden we verwacht in het Gravensteen, waar de gids ons reeds zat op te wachten. We mochten ons verkleden en zo leefden we ons in in de tijd van de Middeleeuwen. In deze stoere burcht hadden ze een gevangenis en folterkelders.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 Na het bezoek aan het Gravensteen, maakten we een ommetje naar het Prinsenhof. Hier stond vroeger het kasteel waar keizer Karel werd geboren. Storm wijst ons de weg. Een eindje verder staan we stil bij het standbeeld van een Gentse stropdrager. Wie schuldig werd bevonden, moest blootsvoets met een strop rond de hals in een lang kleed door de stad lopen.

Even poseren bij het kanon dat hier staat te pronken. De Dulle Griet.

 Jaydee zoekt steun bij Mieke. Even een zwak momentje.
 Uitblazen op de trappen van het Sint-Baafsplein. We kijken aandachtig naar de danspasjes van enkele mensen die deelnemen aan een anti-rook campagne.


 En natuurlijk wagen we ons ook aan enkele danspassen. Jaydee toont het ons voor.


Op de terugweg is er een betoging van studenten voor meer kwalitatief onderwijs. Gretig meezwaaien met de gekregen ballon.
 

 
 
 
 

dinsdag 26 maart 2013

Welkom in Campo Cobertizo of de geschiedenis van het beleg van Oostende.


In Campo Cobertizo trekken de leerlingen op pad, leren ze enkele opmerkelijke personages kennen en wordt de geschiedenis uit de tijd van het Beleg van Oostende uit de doeken gedaan.  De kinderen worden zelf kamplieden en ontdekken hoe het leven in en rond het kamp is.

 

We  werden  in het  kamp, Campo Cobertizo, in Duin en Zee verwelkomd
en ontvangen door kampleider De Aragón. We kregen een kazuifel waardoor de groep duidelijk herkenbaar was. Onder tromgeroffel beklom Ambrogio Spinola het podium en sprak de troepen toe. We beleefden  vooral het kampleven.



 
1)    Garnizoensloop: Als jonge piekeniers moesten we ons opstellen in een gedisciplineerde rij, elk met een lans met stompe punt.

De verschillende bewegingen worden ingeoefend en er volgt een kleine dril.

 

Schouder, piek en marshouding.




De verdedigingspositie


De aanvalspositie



 

Cartograaf: Onder leiding van de cartograaf wordt zowat onze volledige streek ingekleurd.
 

 We mengen de verf en kleuren de kaarten in. Blauw zijn waterwegen, bruin voor de andere wegen.







Vooraleer het kanon ontstond werden katapulten gebruikt om elkaar te
bekogelen. Maar, katapulten waren beperkter: zwaardere voorwerpen konden ze
niet in de lucht gooien. Met kanonnen kan dit wel.

Met buskruit wordt het kanon gevuld.
 


Even de oren dichtstoppen.

Daar klinkt een eerste luide knal. Het kanonschot wordt afgevuurd.
 En als laatste veldwerk leerden we ook katapultschieten. We verdeelden ons over de 3 katapults.

 Concentratie en schieten maar!




Op het einde kregen we een lekkere kom warme maar gepeperde soep.